Ontwikkeling in de babyjaren 2002

 

Onderwerpen

Doelstelling

Het practicum

Colleges theorie

Beoordeling

Opzet van de colleges

Inzet van studenten

Interessante links

 

 

Onderwerpen van het college

Boek: Bornstein, M.H. & Lamb, M.E. (1992). Development in Infancy: An introduction.

Extra: artikelen en hoofdstuk 10 uit: Miller, S.A. (1998). Developmental research methods. (Ook gebruikt in BC-I)

 

WEL

Theoretische achtergrond (H1)

Methoden van onderzoek (H3)

Biologische / motorische ontwikkeling (H4)

Ontwikkeling van zenuwstelsel (H5)

Perceptuele ontwikkeling (H6)

Mentale ontwikkeling (H7)

Representaties en spel (H8)

Taalontwikkeling (H9)

 

Eventueel extra discussiecollege over creche-onderzoek (deel H2)

 

NIET

Sociale omgeving (H2)

Emoties, Temperament (H10)

Sociale ontwikkeling (H11)

 

 

Doelstellingen van de cursus

 

Kennis over de normale baby-ontwikkeling

            Mijlpalen

            Vermogens van baby’s op iedere leeftijd

            Diversiteit / individuele verschillen

 

Kennis over de methoden van onderzoek

            Kunnen interpreteren van gerapporteerd onderzoek

            Kunnen nazoeken en beoordelen van wetenschappelijke onderbouwing

 

Kennis over assessment van baby’s (mentaal / motorisch / gedrag)

            Doelstellingen van de test

            Voorspellend vermogen van testen

            Ervaring met afnemen van BOS 2-30 en de bijkomende complicaties

 

Kennis over theoretische vraagstukken

            Historie van baby-onderzoek

            Theoretisch kader van onderzoek

            Centrale vraagstukken in het baby-onderzoek

 

 

Het practicum

 

NB: Baby regelen voor het testpracticum

Iedere student test 1 baby tussen 2 en 30 maanden met de Bayley Ontwikkelingsschalen 2-30 (BOS). Hiervoor moet iedere student in principe zelf een kind tussen 2 en 30 maanden regelen (4 baby’s zijn tot dusverre beschikbaar). Er is een omschrijving van de testsessie die je kan gebruiken bij de werving van een ouder met kind.

Testdata zijn: 12 juni, 19 juni, 26 juni, 3 juli. Tijden zijn: of van 9 tot 10 uur, of van 10 tot 11 uur. Per uur kunnen er telkens 2 testen simultaan afgenomen worden. Er is een schema waarin de testdatum van je kind ingevuld kan worden.

Studenten werken in groepjes van 2. Bij de afname scoren beide studenten, degene die de test afneemt en de ander achter de ruit. 2 andere studenten maken aantekeningen over het verloop van de afname.

5 juni is er een college van Judy Briët, werkzaam als psychologe aan het AMC, Emma Kinderziekenhuis afdeling neonatalogie. Voor beoordeling van patienten en voor onderzoek neemt zij zeer geregeld psychologische testen af bij baby’s. Zij zal een introducerend college geven over de afname en rapportage van de BOS 2-30.

 

Voorbereiden / oefenen van het testen

Er zijn twee testen beschikbaar, die op 1014 opgehaald kunnen worden en in het gebouw moeten blijven! Het is zéér belangrijk dat de testen compleet blijven. Er is 1 set videobanden (op 1014) met testinstructie die in A1011 afgekeken kan worden. Daarvoor kun je je inschrijven om zeker te weten dat de kamer beschikbaar is.

Voorbereiding van het practicum bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Rapporteren van de resultaten

De testresultaten moeten gerapporteerd worden in een kort verslag. Hiervoor moet de score van het kind bepaald worden op de mentale en de motorische schaal. Deze scores moeten omgerekend worden naar standaardscores. De gedragsobservatielijst moet geïnterpreteerd worden. De testscore op beide schalen moeten vervolgens gerapporteerd worden in samenhang met de gedragsobservatielijst. Verder moet gerapporteerd worden hoe de sessie verlopen is en of, volgens de testafnemer, een betrouwbaar beeld verkregen is van de vermogens van het kind (zie ook gedragsobservatielijst).

 

Vragenkwartiertje testen: BOS

Aan het einde van ieder college is een kwartier tijd om vragen te stellen over de BOS.

 

Contacturen practicum

Data: 12-6, 19-6, 26-6, 3-7

Van 9 tot 11 testen in AV-units B11 en B12

Van 11 tot 13 evaluatie video in collegezaal (A302)

 

 

Colleges theorie

 

Literatuur:

Bornstein, M.H. & Lamb, M.E. (1992). Development in Infancy: An introduction. 3rd ed.

Artikelen (zie hieronder, zitten in een map).

2 stukken van het methodeboek van BC1 (Miller, S.A. (1998). Developmental research methods. 2nd ed.): hoofdstuk 10 en pagina 62 – 70.

Handleiding van de BOS 2-30.

 

10-4 Inleidend college, introductie BOS, Wetenschappelijke vraagstukken

17-4 Methoden en technieken / Nature Nurture
Hoofdstuk 1 + 3
Hoofdstuk 10 Miller (1998)
Meltzoff & Moore, 1977 + commentaar
Opdracht

24-4 Biologische ontwikkeling  / motoriek / Niet-lineaire dynamica
Hoofdstuk 4, 5
Hopkins & Butterworth, 1997
Clark & Phillips, 1993

8-5 Perceptuele ontwikkeling / voorspellende maten / habituatie, preferential looking
Hoofdstuk 6
McCall and Carriger, 1993
Wattam-Bell, 1996a, 1996b

15-5 Mentale ontwikkeling
Hoofdstuk 7
Spelke et al., 1992
Haith, 1998

22-5 Representaties, spel
Hoofdstuk 8
???
Miller (1998) – pag. 62-70.

29-5 Taalontwikkeling
Hoofdstuk 9
Goorhuis, S.M. & Schaerlaekens, A.M. (2000). Hoofdstuk 1 t/m 4.

5-6 Inleidend college over BOS en gebruik in de praktijk.

 

10-7 Tentamen

 

De stof voor ieder college moet vantevoren gelezen worden. Voor ieder college is er een opdracht die op het college (of ervoor per e-mail) ingeleverd moet worden. De opdracht gaat over de stof die je voor het komende college moet lezen. In totaal zijn er 6 opdrachten.

 

 

De beoordeling

 

Theorie (4 punten): 6 opdrachten worden beoordeeld met 0, 1 of 2. Cijfer voor opdrachten = aantal punten.  Tentamen aan het einde van de cursus geeft tweede cijfer. Gemiddelde van beide cijfers geeft cijfer van de theorie.

Practicum (3 punten): 2 verslagjes inleveren: van je eigen testafname en van die van je tweede score.

Totale cijfer is gewogen gemiddelde van theorie en practicum.

 

 

Opzet van de colleges

 

Ieder college is zo ingericht dat de stof van het boek besproken wordt voor de pauze. Ik zal een kort overzicht geven van het hoofdstuk en duidelijk maken wat wel en wat niet belangrijk is. Aan de hand van vragen zullen we dieper op de stof ingaan. Na de pauze gaat het college over de extra gelezen stof. Het is de bedoeling dat dit een meer discussiekarakter krijgt. Het laatste kwartier van de bijeenkomst wil ik gebruiken om vragen over de BOS te bespreken. Bij voorkeur moet je die vragen even van te voren naar me e-mailen, zodat ik er al even naar heb kunnen kijken.

 

Inzet van de studenten

Naar schatting:

1,5 dag per week lezen en opdrachten maken.

0,5 dag per week voorbereiden van de BOS afname.

0,5 dag per week college.

 

 

Interessante links

 

GMU’s online resources for developmental psychology

(introductie op vele onderwerpen en vele verwijzingen internationale onderzoeksinstituten en informatiebronnen)

 

Platform Babywerk

(voor professionals en onderzoekers die met kleine kinderen werken)

 

Early child care, NICHD study

Early child care, NICHD study, more details

(webpagina’s van een grote Amerikaanse studie naar de invloed van crechebezoek op jonge leeftijd op later cognitief en sociaal functioneren. Deze studie speelt een belangrijke rol in de huidige publieke discussie in Nederland).